Voorkomen is veel beter dan genezen

Ieder jaar sterven er weer lammeren door (verschillende) besmettingen met maag- en darmwormen. En wanneer ze het wel overleven kan er sprake zijn van ernstige groeivertraging. Daarnaast neemt de resistentie tegen diverse wormmiddelen steeds verder toe. Heel veel ellende is te voorkomen door een goed beweidingsplan te maken en het is goed daar ruim voor de weide periode vast over na te denken. Maar eerst een paar zaken over de belangrijkste wormen bij schapen:

Haemonchus contortus (de rode lebmaagworm)

Cyclushaemonchus contortus
De eieren en larven overleven in de winter NIET op het land. Ze overleven in de schapen waar larven in een soort winterslaap gaan in de wand van de lebmaag. Rond de lammertijd komen deze larven weer uit hun winterslaap. Ze ontwikkelen zich verder tot volwassen wormen en gaan grote hoeveelheden eieren produceren,waardoor het land en andere schapen worden besmet. De verschijnselen bij een ernstige besmetting van de lammeren zijn; bloedarmoede (bleke slijmvliezen, te checken door het ooglid naar beneden te trekken),een sterke groeiachterstand, vermageren en uiteindelijk oedeemvorming (te zien als vochtophoping onder de onderkaak) en (plotse) sterfte. Zelden gaat deze besmetting gepaard met diarree.

Aanpak
Een rode lebmaagworm besmetting voorkomen vergt een dubbele aanpak. Allereerst alle ooien na het aflammeren behandelen (minimaal 3 dagen voordat ze naar buiten gaan) met een wormmiddel uit de ivermectine groep (zoals noromectin drench) Ten tweede de schapen met lammeren op schoon land laten weiden, dus land waar dat jaar nog geen volwassen schapen hebben gelopen. Om zeker te weten dat er nog geen sprake is van resistentie tegen het gebruikte ivermecine wormmiddel kunt u het beste de mest laten onderzoeken voorafgaand aan de behandeling en 14 dagen na het behandelen van de schapen. Als de ei-telling dan nagenoeg hetzelfde blijft is er sprake van resistentie.

Nematodirus battus

Cyclusnematodirus ei
De eieren van deze worm overleven wel op het land. Een besmetting met deze worm leidt bij lammeren tot waterdunne diarree op een leeftijd van 6 tot 12 weken. Deze wormsoort is niet te behandelen met middelen uit de ivermectine groep. Als er sprake is van een besmetting met Nematodirus dan zul je de lammeren moeten behandelen met een wormmiddel uit de groep Benzimidazolen. Volwassen schapen hebben van deze worm zelden last. Wanneer er sprake is van een massale besmetting in het vroege voorjaar dan kan het zijn dat er al wel sprake is van ernstige diarree, maar dat er nog geen eieren in de mest worden gevonden. Het zijn namelijk de larven die de wand van de darm beschadigen, dus de klachten, veroorzaken en niet de volwassen wormen. Echter leggen enkel de volwassen wormen de eitjes die we met mestonderzoek kunnen vinden.

Aanpak
De belangrijkste preventiemaatregel bestaat uit het feit dat uw lammeren niet moet inscharen op land waar het jaar ervoor lammeren hebben gelopen die Nematodirus hebben gehad.

Overige wormen

Er komen nog een paar soorten maag- darmwormen voor bij schapen maar deze leiden niet zo snel tot problemen en liften mee op de maatregelen die u neemt tegen bovengenoemde wormen.

Preventiestrategie

1) Laat de mest controleren op wormeieren voordat de schapen worden ontwormd en 14 dagen na de behandeling. Zo controleert u of de behandeling succesvol was, of dat er sprake is van resistentie. Verzamel hiervoor van meerdere schapen een klein beetje mest (theelepel per schaap) en meng dit door elkaar (roeren in een bakje of kneden in een plasticzakje afhankelijk van de dikte van de mest). Dit groepsmestmonster wordt dan in één keer onderzocht. Dit noemen wij ook wel gepoold mestonderzoek.

2) Breng de schapen naar buiten op schoon land. Dit is land waar minimaal 3 maanden geen schapen of rundvee hebben gelopen. Is er vorig jaar Nematodirus vastgesteld dan moet u inscharen op land waar vorig jaar geen lammeren hebben gelopen. Wanneer u hiervoor geen enkele geschikte weide heeft dan is het verstandig om de lammeren 2 weken na het inscharen op het besmette land, te controleren op wormbesmetting door middel van mestonderzoek. De overwinterde eieren of larven van Nematodirus sterven in het voorjaar af, wanneer de weides niet beweid worden door schapen of rundvee gedurende drie maanden.

schaap en lam

3) Laat mestonderzoek doen bij de lammeren wanneer er sprake is van diarree of bij groeiachterstand (Coccidiose is namelijk ook een veel voorkomende oorzaak van diarree en moet met andere middelen behandeld worden, dit is een andere parasiet dan wormen). Hebben uw lammeren geen last van diarree, en zijn ze op schoon land gebracht, dan is de eerste helft van juni een goed moment om mestonderzoek te doen (zelfde methode als bij de volwassen schapen). Zijn de schapen met lammeren naar buiten gegaan op land waar datzelfde voorjaar nog schapen of rundvee hebben gelopen, dan is mestonderzoek al zinvol vanaf 4 weken na inscharen. Worden er geen wormeieren gevonden, herhaal het mestonderzoek dan na 4 tot 6 weken afhankelijk of u regelmatig kunt omweiden naar schone weides (weides waarin de afgelopen 3 maanden geen schapen of rundvee hebben gelopen).

4) Weid de schapen regelmatig om naar schoon land (in het voorjaar iedere 3 weken en in de zomer iedere 2 weken).

5) Volwassen schapen hoeven dan eigenlijk het hele jaar niet meer ontwormd te worden. Ontworm de lammeren alleen als het nodig is! Doseer niet onder! Volwassen texelaars wegen bijvoorbeeld al gauw 70 tot 80 kg en er zijn verschillende rassen waarbij de schapen nog groter zijn.